Er was een tijd dat ik dacht: dat regel je toch gewoon? Je onderhandelt over een eerlijk salaris, verdeelt de zorgtaken, spreekt af wie wat doet thuis. Als je allebei werkt, dan doe je het samen – logisch toch?
Ik dacht dat, tot ik zelf moeder werd.
Want ineens deed ik meer. Niet omdat we dat zo hadden afgesproken, maar omdat het vanzelf ging. Ik hield de agenda bij, dacht aan traktaties, plande de opvang, regelde het kraambezoek en het werkrooster. En als ik er niks van zei, dan viel het ook niemand op. Terwijl ik óók werkte.
Pas toen begon ik te zien: dit is niet iets wat je als individu ‘even regelt’. Dit is iets groters.
Want hoe komt het dat van de stellen die zeggen een eerlijke taakverdeling te willen, er uiteindelijk maar 10% echt in slaagt?
Het is geen gebrek aan goede wil. Het is een systeemkwestie.
We leven in een cultuur waarin de vraag of je kinderen wilt nog steeds vaker aan vrouwen wordt gesteld dan aan mannen. En als die kinderen er dan komen, dan ligt de vraag hoe je dat gaat combineren ineens vooral bij háár. Het geboorteverlof is ongelijk verdeeld, de verwachtingen op het werk zijn vaak nog gestoeld op het idee van een ‘onzichtbare thuismanager’ – en dat is meestal zij.
Daar ligt voor mij een kern. Ik zie dagelijks hoe gezinnen worstelen met die onzichtbare systemen. Hoe het schuldgevoel bij ouders, vooral moeders, diep verweven is met wat er ‘normaal’ wordt gevonden. Hoe het gebrek aan voorbeelden van echte gelijkwaardigheid ons parten speelt.
Tegelijkertijd: gezinnen hebben nú behoefte aan ruimte, overzicht, balans. Het systeem veranderen kost tijd – maar dat betekent niet dat we moeten wachten.
Daarom werk ik juist op dat tussenliggende niveau: ik help gezinnen bewust worden van de dynamieken waarin ze zitten, en maak zichtbaar wat er al wél mogelijk is. Want vaak kan er meer dan je denkt. Soms zie je het simpelweg niet, of denk je dat je het alleen moet dragen.
Mijn werk gaat dus niet alleen over lijstjes of structuren – het gaat over beweging. Over ruimte maken voor gedeelde verantwoordelijkheid. Over durven uitspreken wat niet werkt, en durven experimenteren met wat wél werkt.
Daarom sluit ik me aan bij initiatieven als het Leernetwerk Werkend Ouderschap & Mentale Gezondheid 2040. Daarom voer ik gesprekken, spreek ik me uit. Want bewustwording is de eerste stap. En verandering begint daar waar mensen het aandurven om de verdeling thuis, op het werk en in de maatschappij onder de loep te nemen.
Het is persoonlijk werk. Maar het raakt het grotere geheel.